Zoeken in deze blog

zondag 9 februari 2025

Rood Vooruit! naar het midden?

‘De sociaal-democratie, de PvdA, heeft een ideologie, GroenLinks heeft idealen’ zo sloot Ad Melkert, de voorman van Rood Vooruit!, de bijeenkomst van honderd verontruste PvdA’ers af die op zaterdag 8 februari in Utrecht plaatsvond. Deze PvdA-leden willen geen fusie van hun partij met GroenLinks, omdat een fusie de ideologie van de PvdA zou frustreren. Althans, dat maakte ik op uit de opmerkingen die her en der werden gemaakt, want echt uitgewerkt werd die frustratie niet.

Wat wel overduidelijk werd op de bijeenkomst, is dat Rood Vooruit! vooral alle deuren naar het politieke midden wil openhouden. Een opvatting die Timmermans ook huldigt. Maar waarom wordt dit toch zo luid verkondigd in een tijd dat de grootste partij in dat midden – de VVD – dit extreem-rechtse kabinet mogelijk heeft gemaakt?

Geen fusie, wel strategische samenwerking

Met een paar andere GroenLinksers, die lid van de PvdA waren geworden (voor alle duidelijkheid: ik ben dat niet), was ik aanwezig op deze bijeenkomst van Rood Vooruit!, dat zich afficheert als een Platform voor meningsvorming & discussie over de sociaaldemocratie. Volgens de ‘motivatie’ op hun website zijn de supporters van het platform voorstander van nauwe samenwerking met GroenLinks en andere progressieve partijen met behoud van eigen organisatie en identiteit.

Die motivatie wordt ook wat uitgewerkt: ‘Door elkaar aan te vullen kan meer en meer diverse electorale steun worden gemobiliseerd dan wat in een fusiebeweging onvermijdelijk leidt tot een grootste gemene deler waarvan de scherpe kantjes zijn afgevijld. Progressieve partijen staan voor de opgave meer kiezers aan te spreken die hun stem hebben gegeven aan rechts of zijn thuisgebleven. De kans daarop is groter wanneer de Partij van de Arbeid, GroenLinks, D66, Volt, SP, DENK en de Partij voor de Dieren zich richten op hun eigen (potentiële) achterban in combinatie met een inzet op strategische samenwerking.

En aangezien dat overeenkomt met mijn eigen opvatting, was ik naar Utrecht getogen.

Lenige redeneringen

Verrassend was dat Rood Vooruit! een programma presenteerde met sprekers, waarvan een enkeling wel voor een fusie was, zoals de Amsterdamse wethouder Marjolein Moorman, die zich als een volbloed sociaaldemocraat presenteerde. Via enkele lenige redeneringen, waarbij Joop den Uyl als postume getuige werd opgeroepen, maakte ze duidelijk dat GroenLinks en de PvdA op praktische alle beleidsterreinen op hetzelfde spoor zaten. Dat de PvdA natuurlijk ‘woke’ was: had de toenmalige Amsterdamse burgemeester Job Cohen (die zwijgend aanwezig was) immers niet op 1 april 2021 het eerste homohuwelijk ter wereld gesloten? Kritisch was ze op het regeringsverleden van de PvdA, waarin ‘te veel vrij spel werd gegeven aan krachten die we moeten bestrijden’. Ze kreeg een hartelijk applaus, waarbij ik me niet aan de indruk kon onttrekken dat ze meer de harten dan de hoofden van de aanwezige tegenstanders van fusie had geraakt.

Democratisering in het economische domein

Tuur Elzinga, voorzitter van het FNV en voormalig SP-senator, brandde zich niet aan de vraag of hij voor of tegen een fusie was, en evenmin sprak hij zich uit over het conflict in de FNV rondom de komende voorzittersverkiezing. Wel bepleitte hij een vergaande democratisering in het economische domein, om zo de ongebreidelde macht van ‘het geld’ te beteugelen. Hij legde uit waarom een deel van FNV-leden op de PVV stemde, omdat zij zich door ‘links’ verraden voelde. ‘Links’ (hij noemde geen partijnamen, maar doelde ongetwijfeld op de PvdA) beloofde immers ‘meer gelijkheid’, maar er is alleen maar ‘meer ongelijkheid’ gekomen. Dan maar liever op de PVV stemmen die immers ‘meer gelijkheid’ niet belooft.

Elzinga was terecht verheugd over de toegenomen actiebereidheid onder de vakbondsleden en de aanwas van nieuw leden. Hij beklemtoonde dat de kansen voor links zouden stijgen als er meer energie wordt gestoken in het verbinden van mensen om concrete verbeteringen op allerlei terreinen af te dwingen.

Fuseren is capituleren

Schrijfster Nelleke Noordervliet wond er geen doekjes om: ‘De combinatie GroenLinks-PvdA voert een tandeloze oppositie en blijft achter in de peilingen. Als katten in nood sturen die twee partijen nu aan op een fusie. Door het GL-DNA wordt dat typisch de partij van de hoogopgeleide en redelijk welgestelde middenklasse met sociale idealen voor wie een goed bestaan al vanzelfsprekend is. Voor de PvdA is fuseren capituleren.’

Het is een passage uit een column die ze in januari voor het dagblad Trouw had geschreven en in Utrecht voorlas.

Partij van de Aandacht

 Lennart Booij was ooit met Erik van Bruggen de oprichter van Niet Nix, een vernieuwingsbeweging in de PvdA, die van alles wilde vernieuwen, behalve de ingeslagen liberale koers van de PvdA onder premier Kok. Nu presenteerde hij met een PowerPoint opnieuw een soort vernieuwing van de PvdA, onder het motto Partij van de Aandacht. Ik kon daar weinig meer van bakken dan dat het in fluwelen taal programmatisch tussen D66, CDA en de PvdA in zweeft, met als rode draad: veel meer aandacht geven aan al die mensen die om de een of andere reden in onze maatschappij knel zitten. ‘Laten we de zachte krachten van dialoog en samenwerking benutten in plaats van harde verwijten te maken en uit te sluiten. Dat vraagt om eerlijk delen en verdelen, door degelijk financieel beleid met een evenwichtiger economisch model waarin meer ruimte is voor sociaal initiatief. Daar profiteert iedereen van, niet alleen de grote bedrijven of vermogenden.’ Het staat als opinieartikel in de digitaleVolkskrant en de PowerPoint is te vinden op de website van Rood Vooruit!


                                                        Booij presenteert zijn Partij van de Aandacht

Groen kroontje op de rode aardbei

De laatste spreker was oud-partijvoorzitter Ruud Koole, die zich -terecht- ontevreden toonde met de eenzijdige oriëntatie van beide partijen op een fusie, terwijl er zoveel andere samenwerkingsvormen mogelijk zijn. En hij somde er een aantal op: een alliantie, een coalitie, een federatie, en een stembusakkoord. Ook hij hield vast aan de sociaaldemocratische identiteit en een eigen organisatie, als was hij nog wel bereid het voorvoegsel ‘groen’ te accepteren: een groene sociaaldemocraat, zij het in de vorm van een groen kroontje op de rode aardbei. Met deze -toch wel grappige- opmerking kwam die oude arrogantie van de PvdA weer even om de hoek kijken.

Oude wijn in nieuwe zak

Op de bijeenkomst kwam niet aan de orde of en hoe de opvatting (geen fusie, wel links samenwerking) kans van slagen heeft. In beide partijen is immers met een ruime meerderheid per ledenreferendum besloten voort te gaan op de weg die tot fusie leidt. Een weg die op 21 juni, als GroenLinks en PvdA weer een congres houden, opnieuw ter discussie staat. Of er kans is om in deze discussie een koers te verleggen, minder navel te staren en tijd te verliezen aan organisatorische kwesties, maar alle pijlen te richten op het door Wilders gedomineerde kabinet, zal de komende maanden moeten blijken.

Overigens: de bijeenkomst vond plaats in de week waarin Frans Timmermans de partijbesturen opriep om snel met een nieuwe partij te komen. Maar dan wel met Timmermans als lijsttrekker. Terecht is deze actie van alle kanten gehekeld. Niet alleen omdat een nieuwe partij met 0 leden begint. Niet alleen omdat een nieuwe partij, met Timmermans als lijstrekker, niet meer is dan een oude wijn in een nieuwe zak. Maar vooral ook omdat het volstrekt onduidelijk is wat -en hoe- deze partij bijdraagt aan een kansrijke verbreding van links, een organisatie krijgt die mensen activeert en verbindt, én een aansprekende electorale strategie heeft.

maandag 3 februari 2025

Een linkse reset is broodnodig

Zaterdag 1 februari jl. bezocht ik in Amsterdam een discussiebijeenkomst van DiEM25, een pan-Europese beweging, mede-opgericht door de charismatische Yanis Varoufakis. Varoufakis was korte tijd minister van financiën van Griekenland ten tijde van de Griekse crisis. Hij had haarscherp door hoe de EU de Griekse bevolking afkneep om de Noord-Europese banken te redden. Daartoe vocht hij menig robbertje uit met de toenmalige Nederlandse PvdA minister van financiën, Jeroen Dijsselbloem, die toen voorzitter was van de (financiële) Eurogroep.

 Democratische revolutie

 DiEM25  (Democracy in Europe Movement 2025) is voor alles een beweging van activisten die streven naar een democratische revolutie in Europa. En daarmee bedoelen ze niet dat het Europees Parlement meer macht moet krijgen, al decennialang een stroperige discussie, maar dat de oligarchie die Europa regeert verslagen moet worden. Zij bezitten de appartementen waarin we wonen, de banken die ons geld beheren, de vaccins die onze levens redden, de apps die we nodig hebben voor ons werk, de data die deze apps over ons verzamelen, de olie en het gas die onze planeet opwarmen – en belangrijker, ze hebben de politici die ons tegen hen zouden moeten beschermen in hun zak. Zij zijn het resultaat van een vreselijk systeem waarin het de rijken is toegestaan te doen wat ze willen, terwijl de gewone burger, in geval ‘wat de rijken wilden’ niet goed uitpakt, voor die fouten moet betalen.

Wie die ‘zij’ nu precies zijn wordt niet echt duidelijk, maar wel duidelijk is dat de democratisering van Europa alle aspecten van het economische, maatschappelijke en politieke leven betreft, zo wordt in hun manifest scherp beschreven.

Jeremy Corbyn (staand), rechts van hem Brid Brennan, terwijl links Varoufakis het publiek fotografeert.

Verzet van onderop

 De bijeenkomst werd bijgewoond door zo’n 200 mensen, die enthousiast reageerden op de verhalen van Jeremy Corbyn, parlementslid van het Verenigd Koninkrijk en enige tijd leider van Labour, Brid Brennan, staflid van het Transnational Institute en Yanis Varoufakis.  Alle drie begenadigde sprekers, die zonder van een papiertje te lezen in heldere bewoordingen zo’n beetje alle grote problemen van de huidige tijd (fascisme, rechts-extremisme, tech-miljardairs, Trump, oorlogen in Gaza, Oekraïne, Congo, bewapening-race, klimaatcrisis) in een kapitalistisch en oligarchistisch kader plaatsten. De oplossing kan alleen voortkomen uit een intensief, creatief en hardnekkig verzet van onderop, zo werd door de drie sprekers in vele toonaarden belicht.

Onafhankelijk Palestina

Tijdens de bijeenkomst werd door de drie sprekers ook veel aandacht gegeven aan de verklaring die op 31 januari door de Hague Group of Nations was aangenomen. In deze verklaring roepen acht landen uit Afrika, Latijns-Amerika en Azië de internationale gemeenschap op zich aan haar eigen uitspraken en verplichtingen te houden m.b.t. de illegale bezetting van Israël van Palestijns grondgebied, het onmiddellijk stopzetten van de genocide in Gaza, en het stichten van een onafhankelijk Palestina.

Zie voor een kort verslag de website van DiEM25.

 Ongehoorzaamheids Front

 DiEM25 heeft ook een politieke tak: MeRA25, die in Griekenland, Italië en Duitsland actief is. MeRA is een Griekse afkorting van wat in het Nederland zoiets als Europees Realistisch Ongehoorzaamheids Front betekent. In Griekenland behaalde deze partij in 1999 negen parlementszetels, die bij de verkiezingen in 2023 weer verloren gingen.

Op de bijeenkomst in Amsterdam werd een werkgroep aangekondigd die gaat onderzoeken of het zinvol is ook in Nederland aan verkiezingen mee te doen, ‘want de kiesdrempel is zo laag’.

Het viel mij op dat in de toespraken en discussies nauwelijks werd gerefereerd aan, of afgegeven op, andere linkse partijen. Wel begreep ik dat DiEM25 voor de laatste Europese verkiezingen in 2024 geprobeerd had een soort gemeenschappelijk front te vormen met andere linkse en groene partijen, wat op niets is uitgelopen. Dat was dan ook wel wat pretentieus van een beweging die weliswaar scherpe analyses heeft, maar qua organisatie- en electorale kracht nog niet eens in de kinderschoenen staat.

Linkse reset

Het leek mij dat er nogal wat jonge expats en buitenlandse studenten in de zaal zaten. Dat is ook wel het internationale, pan-Europese karakter dat DiEM25 wil uitstralen. De discussie over de noodzakelijke verbreding van linkse samenwerking kan wel wat internationale input gebruiken. Iets dat nu nogal ontbreekt. En de eenzijdige oriëntatie op het parlementaire werk verdient ook een correctie. Te weinig wordt, zeker ook door GroenLinks en PvdA, maatschappelijke druk georganiseerd als broodnodige input en ondersteuning voor een linkse politiek die ongelijkheid, uitbuiting en racisme bestrijdt. Als die verbreding van de linkse samenwerking er ooit komt, en daarmee bedoel ik niet een fusie, lijkt me een DiEM-achtige injectie welkom. Voor de broodnodige linkse reset.

maandag 27 januari 2025

LinksBoven zwengelt het ideologisch debat aan

Afgelopen zondag bezocht ik een ‘Community’ dag van LinksBoven. LinksBoven is een beweging van GroenLinks- en PvdA-leden en partijlozen, die geloven in de kracht van brede linkse samenwerking, die dus méér inhoudt dan alleen een fusie van GroenLinks en PvdA. LinksBoven wil het ideologisch debat aanzwengelen. Ze schrijven op hun website: linkse idealen zijn noodzakelijker dan ooit. We willen vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Geen pleisters plakken, maar systeemverandering. Een duurzame, sociale en inclusieve toekomst voor iedereen.Maar wat betekenen die grote woorden? Welke stapjes zetten we naar onze idealen toe, zonder de grote ideeën uit het oog te verliezen? En hoe vertellen we ons verhaal aan de kiezer?

Duidelijk is, hoewel niet expliciet verwoord, dat LinksBoven het fusieproject van PvdA en GroenLinks wil beïnvloeden in linkse richting. Een nobel streven dat, als het slaagt, mijn weerzin tegen de fusie zou kunnen wegnemen.

Terugwinnen van de klassieke PvdA-achterban

Het programma van de dag was stevig. Een goede zet was om Alisa-Jo Janson uit te nodigen voor een debat over wat de ideologie van GroenLinks/PvdA zou moeten zijn. Zij is actief in de Jonge Socialisten en in de PvdA-groep Rood Vooruit, die een fusie niet ziet zitten, omdat daarmee de kans op het terugwinnen van de ‘klassieke achterban’ van de PvdA verkeken is. Zij discussieerde met Winne van Woerden, Hoofd Nieuwe Economie bij Oxfam Novib. Janson verwoordde de angst van Rood Vooruit dat bij een fusie van PvdA en GroenLinks nog meer traditionele kiezers van de PvdA zouden afhaken. Wel vond ze wel dat er geen fusie zonder visie kan plaatsvinden. Maar die visie zou vooral zeer praktisch en herkenbaar voor die mensen moeten zijn waarvoor links zegt op te komen.

     V.l.n.r. Winne van Woerden, Alisa-Jo Janson en gespreksleider Roshano Dewnarain

Post-kapitalistische economie

Van Woerden benadrukte dat de ideologische basis van de fusiepartij kapitalistisch-kritisch zou moeten zijn, met een focus op een post-kapitalistische economie die het milieu, de bestrijding van armoede en uitbuiting in de derde wereld én verbetering van de positie van de ‘onderklasse’ in het Westen centraal stelt. Uiteraard kwam de vraag aan de orde of dit niet samen kan gaan: een radicaal-linkse, systeem kritische visie, gekoppeld aan een praktische politiek van wellicht kleine, maar voor veel mensen herkenbare stappen die hun kansen op een hoger loon, beter onderwijs en betaalbare huisvesting doen toenemen.

Dit samengaan van theorie en praktijk lijkt een logisch abc’tje, maar de geschiedenis van links leert dat dit geenszins het geval is. De PvdA, met haar eeuwige drang naar het midden, heeft immers vele linkse, praktische zaken verkwanseld. Denk aan het uithollen van de sociale zekerheid, het loslaten van de focus op betaalbare woningen en het negeren van een progressief belastingbeleid dat bedrijven en vermogens aanpakt. En GroenLinks, zo wil de kritiek, grossiert in onhaalbare voorstellen en is niet tot compromissen bereid.

Gebruik de tactieken van rechts

Een ander actueel thema dat te maken had met de ideologie én de praktijk van de fusiepartij was hoe een sterke linkse oppositie tegen het racisme en fascisme van dit kabinet moet strijden. Maar liefst drie inleiders (Savriël Dillingh, Jaswina Elahi en Sybren Kooistra) kwamen  met allerlei suggesties, die tegelijkertijd kritisch waren naar hoe de huidige fractie en partijbesturen van GroenLinks/PvdA opereren. Het gebrek aan mediamacht, het ‘de wijken ingaan’ alleen in verkiezingstijd, het braaf oppositie voeren tegen een door Wilders gedomineerd extreem-rechts kabinet, het achter de feiten aanlopen in plaats van zelf de agenda bepalen.

Savriël Dillingh putte uit het artikel wat hij in de Groene in december samen met Marthe van Bronkhorst schreef onder de kop Zes ‘rechtse’ tactieken voor links. ‘Ook links kan de zondebokkaart spelen, maar wel graag op de juiste minderheid: de extreemrijken. ‘De miljonairs hebben het gedaan. De CEO’s! De aandeelhouders! De hoge heren!’ Benoem ze met naam, toenaam, salaris en bonus. Durf ze te bevragen. ‘Waarom pikken kantoorhouders potentiële woonruimte in?’ of ‘Wanneer gaan aandeelhouders nou eens écht werken?’ Praat continu over ‘de aandeelhouders’, of ‘de Snuifas’. Dicht hen alle problemen van ons land toe, van werkloosheid tot de wooncrisis. Een groot voordeel: het is nog waar ook.’

Sybren Kooistra, een tijdlang campagne medewerker van GroenLinks, benadrukte dat GroenLinks/PvdA zich veel meer moet inspannen om een eigen (sociale) mediamacht op te bouwen met YouTube kanalen en podcasts. Jaswina Elahi bekritiseerde vooral de top-down benadering die in de GroenLinks/PvdA aanpak domineert. Een werkbezoek is niet genoeg. Waar het om gaat is om de zorgen van mensen serieus te nemen, daarmee politiek aan de slag te gaan en vervolgens terug te koppelen wat daarvan het resultaat is.

    V.l.n.r. Gesprekleidster Sabine Scharwachter, Sybren Kooistra, Jaswina Elahi en Sayriël Dillingh

Navelstaren

Met een ietwat schizofreen gevoel verliet ik de bijeenkomst. Terecht werd er veel kritiek geleverd op het ‘navelstaren’: de vele interne beslommeringen die de besturen van GroenLinks en de PvdA aan het werk houden. Het bouwen aan een mediamacht, het initiëren van acties tegen dit boosaardige kabinet met een ledenbestand van 100.000 mensen, het coördineren van aansprekende initiatieven van al die gemeenteraads- en provinciale statenleden: er gebeurt niets aan dit soort voor de hand liggende activiteiten. Aan de andere kant: een fusie van twee politieke partijen voorbereiden en implementeren gaat niet over één nacht ijs, zo weet ik uit ervaring

Ik zie net de laatste poll op mijn scherm verschijnen: GroenLinks/PvdA min 1 zetel. Alle andere (linkse) oppositiepartijen staan op winst. Het fascisme rukt op. Zoals het nu gaat, kan dus niet verder.

 

donderdag 9 januari 2025

Klaver en Dijk: aan de slag!

Het maandblad Vrij Nederland heeft eind vorig jaar aan zowel Jesse Klaver (GroenLinks) als Jimmy Dijk (SP) de gelegenheid geboden om in een ‘essay’ (een term die tegenwoordig op elke stuk dat langer is dan een A4tje wordt geplakt – maar dit terzijde) hun visie te ontvouwen op de huidige politiek-economische situatie en wat daar aan moet veranderen.

Hoe rechts de middenklasse bedriegt

Klaver borduurt in zijn essay Hoe rechts de middenklasse bedriegt voort op het werk van de Franse econoom Thomas Piketty die in zijn lijvige boek Kapitaal in de 21ste eeuw  (en niet de 20ste eeuw zoals Klaver abusievelijk schrijft) aan de hand van diepgaande analyses van de ontwikkeling van kapitaal en inkomen aantoont dat in een markteconomie, gebaseerd op privaat eigendom, het rendement op vermogen lange tijd veel hoger ligt dan de groei van het inkomen én van de productie. Piketty constateert: ‘Een ondernemer neigt er onvermijdelijk naar een rentenier te worden en steeds meer dominantie te krijgen over degenen die alleen hun arbeidskracht aan kunnen bieden. Zodra een vermogen is opgebouwd, houdt het zichzelf in stand, en groeit het sneller dan de productie.’ En het inkomen. Met gevoel voor drama voegt hij aan deze conclusie toe ‘Het verleden verslindt de toekomst.’ Als oplossing hamert Piketty in dit boek vooral op herverdeling via een progressieve vermogensbelasting.

                                                                    Thomas Piketty

Hoe rechts de middenklasse bedreigt

In zijn bijdrage benadrukt Klaver met wat actuele cijfers de voortgaande scheefgroei tussen vermogen en inkomen, en dus de wijder wordende kloof tussen werkenden en ‘de financiële elite’. Terecht hekelt hij de VVD, die zich graag afficheert als de partij voor de hardwerkende Nederlanders, maar in feite opereert ‘als belangenbehartigers van de allerrijksten’.

Klaver legt er vooral de nadruk op dat de middenklasse de dupe is. Hij had ook als titel kunnen gebruiken: Hoe rechts de middenklasse bedreigt. Zij moet bij economische tegenwind ‘het vuile werk’ opknappen. Zij ‘worstelt om het eigen hoofd boven water te houden’. De laagste inkomens worden er ook een paar keer met de haren bijgesleept, maar het zijn vooral de middeninkomens die de aandacht krijgen. Dat is uiteraard de politiek-electorale bedoeling van dit verhaal. ‘De middenklasse’, waarvan de VINEX-wijken hun spreekwoordelijke biotoop zijn, lijkt in toenemende mate op (extreem)rechts te stemmen en wil links de weg omhoog vinden dan zal de ‘de middenklasse’ onder de neus moeten worden gewreven dat ze door rechts worden belazerd. En de andere bedoeling van zijn verhaal is om aan de ‘houdgreep van een cultuuroorlog’ te ontsnappen door de linkse pijlen op de sociaaleconomische wanverhouding te richten. 

Een veelkleurig palet

 Klaver levert geen definitie van ‘de middenklasse’. Hij lijkt het vooral over inkomen te hebben, terwijl opleiding, etniciteit, beroep, bron van inkomen, huishouden, woonsituatie en -ja dus- cultuur ook bepalende factoren zijn die de politieke gemoedsrust van iemand bepalen. En dat geldt trouwens ook voor mensen die niet tot ‘de middenklasse’ gerekend worden. Laagbetaalde academici, pensionado’s met hypotheekvrije huizen, miljonairs die meer belasting willen betalen, migranten die de grenzen dicht willen hebben: het palet is veelkleurig.

Linkse politiek kan het niet iedereen naar zijn zin maken. En ‘de middenklasse’ is een te amorfe -en te beperkte- doelgroep. De paar voorstellen die Klaver aanstipt zullen dan ook zeker niet alle geledingen van ‘de middenklasse’ aanspreken. Rode draad in die voorstellen is dat de overheid het stuur weer terugpakt van de markt wat betreft onderwijs, zorg, openbaar vervoer, volkshuisvesting en migratie. Sociale zekerheid moet ont-regelt worden, belasting op werk moet omlaag en omhoog op vermogen en winst.

Ze zijn nog onvoldragen, maar hebben wel de potentie om een fors deel van het electoraat aan te spreken. En daarmee het neoliberale tij te keren.


                                                                     Jesse Klaver

Er was ook een leven voor marktwerking

 Het keren van het neoliberale tij staat centraal in het essay van SP’er Jimmy Dijk: ietwat vreemd getiteld Er was ook een leven voor marktwerking. Dijk haakt aan bij een ander standaardwerk dat recent is verschenen: Neoliberalisme van Bram Mellink en Merijn Oudenampsen. Zij tonen daarin aan dat het neoliberalisme een langdurige en politiek breed gedragen, succesvolle poging is om met staatsinterventies de marktwerking in alle sectoren van het maatschappelijke leven door te voeren met als resultaat ‘een holle staat’. Dijk benoemt hoe dit heeft geleid tot een focus op winstmaximalisatie, flexibele banen, verschraling van het openbaar vervoer, teloorgang van de volkshuisvesting, buitenlandse investeerders en hogere prijzen. De status van publieke dienstverleners is aangetast, een stopwatchcultuur heerst in de zorg, administratiegekte in het onderwijs, en buschauffeurs worden per satelliet gevolgd. De marktwerking, de drang naar efficiëntie en winstmaximalisatie, heeft volgens Dijk geleid tot een heersend, verwrongen mensbeeld, waarin het individu centraal staat en behoeftes oneindig lijken te zijn.

Democratisering van de economie

Dijk bepleit een fundamentele democratisering van de economie om het neoliberale tij te keren. Werknemers moeten zeggenschap krijgen over fusies, verplaatsing van bedrijfsonderdelen, winsten, lonen en werkdruk. Effecten op samenleving en milieu moeten in het bedrijfsbeleid een plek krijgen. Evenals Klaver bepleit hij dat de overheid zeggenschap terugneemt van de markt op de gebieden onderwijs, volkshuisvesting, openbaar vervoer, energie, post en telecommunicatie.

Daarnaast bepleit Dijk een stevige ingreep van de overheid in de macht van het kapitaal en de werkwijze van grote bedrijven. Zoals dwingende wetgeving voor de voedselindustrie en een verbod op winst op essentiële producten, regulering van winstmaximalisatie en aandeelhouderswaarde. Op deze wijze worden bedrijven ‘gedwongen bij te dragen aan het algemeen belang, met solidariteit en samenwerking als leidende principes’.

                                                                    Jimmy Dijk

Neoliberaal mensbeeld

Dijk stelt dat zijn mensbeeld scherp contrasteert met het neoliberale mensbeeld. ‘Mensen zijn sociale wezens, gericht op samenwerking, empathie en gemeenschapszin’. En niet louter op eigenbelang en winstmaximalisatie. ‘De mens is veelzijdig en in staat tot solidariteit, met als doel een rechtvaardige en mensgerichte samenleving waarin samenwerking boven concurrentie staat.’ Dit mensbeeld is, zoals ‘de middenklasse’ van Klaver, te algemeen, te amorf en lijkt de verschillen die er wel degelijk in persoonlijke drijfveren, ervaringen en belangen bestaan, niet te willen zien. Je hebt ongetwijfeld mensen die passen in het neoliberale mensbeeld. En in het linkse mensbeeld. Met daartussenin, dan wel daarnaast, een eindeloze variatie.

Krachtenbundeling

 Beide bijdragen komen op belangrijke punten overeen. Zeker waar het gaat om het terugdringen van de macht van de markt en de rol van de overheid daarin. Met enige gemakzucht kun je stellen dat Klaver en Dijk in hun bijdragen het verschillende karakter van hun partijen laten doorklinken. Klaver richt zich op herverdeling, terwijl Dijk duidelijker systeemkritiek heeft en een ingrijpende economische agenda bepleit.

In beide slot alinea’s bepleiten beiden, in weliswaar verschillende bewoordingen, een krachtenbundeling van politieke partijen, vakbonden, maatschappelijke organisaties en zelfbewuste groepen links van het midden, om samen de sociale opdracht te vervullen een menswaardige samenleving op te bouwen.

Samen aan de slag dus!

Kapitaal en ideologie

Zoals hierboven aangegeven zijn de voorstellen van beide politici nogal onvoldragen. Wellicht kan Piketty hier ook de helpende hand bieden. Als vervolg op zijn Kapitaal in de 21st eeuw publiceerde Piketty in 2020 het nog omvangrijkere Kapitaal en Ideologie. Hij volgt dezelfde werkwijze van Marx en Engels in het Communistisch Manifest (60 blz.), zij het bijna oneindig (ruim 1100 blz.) gedetailleerder en veelomvattender. Hij analyseert de economische en politieke ontwikkelingen vanaf de middeleeuwen in Europa, slavenstaten en koloniale samenlevingen tot en met de sociaaldemocratische, communistische en hyperkapitalistische samenlevingen in de 20ste eeuw. Hij schrijft in zijn conclusie dat de beroemde stelling van Marx en Engels ‘De geschiedenis van iedere maatschappij tot nu toe is de geschiedenis van de klassenstrijd’ pertinent blijft, maar voegt daar aan toe dat ideeën en ideologieën er ook toe doen.

Net als Marx en Engels (zie mijn vorige blog) komt Piketti met voorstellen: Bouwstenen voor een participerend socialisme in de 21ste eeuw. De ruim 70 blz. die hij hier aan wijdt, kunnen de basis vormen voor een meer voldragen programma van de linkse samenwerking. Daarover de volgende blog.