De keuze voor Timmermans was in 2023 al problematisch, en met het bekende gezegde over de ezel en de steen in gedachte, had dit niet herhaald mogen worden. Zeker, hij had dit jaar een scherper, oppositioneler optreden in de TV-debatten dan in 2023. Toen was hij alleen maar bezig om Omtzigt het hof te maken. Nu zocht hij meer de confrontatie met de VVD en af en toe CDA en D66. Maar daarmee kon hij niet zijn lage waarderingscijfers repareren. Telkenmale werd hij daarmee geconfronteerd en zijn verweer dat links nu eenmaal in het rechtse verdomhoekje zit, was weinig overtuigend. Juist een groot aantal kiezers in het midden, én de twijfelaars moesten naar links worden getrokken; ook onder die groepen genoot hij weinig aanzien. Zelfs onder GroenLinks kiezers scoorde Jetten hoger als premier-kandidaat.
Tiktok Jetten
Jetten was de gamechanger. 20% van de D66 stemmers, stemde
in 2023 op GL-PvdA! Dat zijn zo’n 5 zetels. Jetten was in veel de frisse,
tiktokkerige tegenpool van Timmermans. Maar hij was vooral ook de anti-Wilders.
Veel meer dan Timmermans. Niet zozeer op inhoud, maar vooral in het behendig
inspelen op de breed levende gevoelens dat Wilders met zijn geschamper en
haatpreken het politieke klimaat heeft verpest. Hopelijk gaat kiezersonderzoek
duidelijkheid scheppen over de vraag of dit zoveel GL-PvdA kiezers deze
overstap hebben doen maken.
Complimenten voor Wilders
Overigens zag ik met ergernis in de TV-debatten dat Wilders
steeds werd ingewreven dat hij een wegloper was en er een puinhoop van had
gemaakt. Met daarbij Faber als dankbaar kop van jut. Ook Timmermans deed daar
aan mee. Waarom niet eens duidelijk stellen dat we Wilders dankbaar moeten zijn
-en hem dus een compliment geven - dat hij er een puinhoop van heeft gemaakt?
Het zou toch een ramp zijn als zijn racistische politiek wél was uitgevoerd?
Was de uitslag beter geweest als PvdA en GL apart aan de
verkiezingen hadden deelgenomen? Oftewel: is de fusiepartij een doodlopende
weg? Mijn bezwaren tegen de fusie heb ik al vaak in mijn blog naar voren
gebracht. Zoals het gevaar dat het negatieve imago van de PvdA (om het scherp
te stellen: een compromissen partij van Haagse plucheplakkers die hun
traditionele achterban heeft verraden) op de fusiepartij gaat plakken. Eerlijk
gezegd: met het overlopen van veel GL-PvdA-stemmers naar D66, lijkt dat
negatieve image geen rol gespeeld te hebben. Een ander gevaar dat ik zag: de
fusie zal linkse kiezers ertoe bewegen naar de SP of de Partij voor de Dieren
over te stappen. Ook dat effect is niet opgetreden. Integendeel: de SP heeft
twee zetels verloren. En de Partij voor de Dieren is gelijk gebleven. Een derde
argument tegen de fusie is nog steeds valide: PvdA en GroenLinks hebben
verschillende politieke identiteiten, geschiedenissen en electorale potenties. Ontevreden
PvdA-kiezers kunnen dan GroenLinks uitwijken, zoals in het verleden ook is
gebeurd. Of andersom. Nu doen ze dat naar D66. Een keuzepalet aan linkse
partijen, die wel in bij verkiezingen een samenwerking aangaan met het oog op
een gezamenlijke machtsvorming, sluit beter aan bij de diversiteit van het
linkse en progressieve electoraat. En ook bij kiezers die in het midden zweven.
Links verliest overal?
Een verklaring, die veel wordt gehoord: links verliest
overal in Europa terrein en extreem-rechts rukt op. Dat is te simpel. Dat
extreem-rechts in een aantal landen (Duitsland, Italië, Frankrijk, Groot-Brittannië,
Hongarije, Slowakije, Tsjechië, Roemenië, Nederland) groeit, cq sterk is, is zonder meer waar, al
heeft elk land zijn eigen verhaal. En dat geldt ook voor links. Om enkele
voorbeelden te noemen: in Spanje, Denemarken, Groot-Brittannië, Polen,
Noorwegen en Frankrijk zijn (centrum)linkse partijen bij jongste verkiezingen
de grootste gebleken. En Ierland heeft vorige week nog een socialiste als
president gekozen.
Vaak wordt daar de historische ontwikkeling bijgehaald: de
val van de muur zou de ontideologisering van links en daarmee het verval
bespoedigd hebben en sinds ‘nine eleven’ kwam de multiculturele samenleving,
een ‘stokpaardje’ van links, steeds meer ter discussie staan.
Onderstaande grafiek toont een ander verhaal. In 1998, 2006
en 2012 behaalde ‘links’ (PvdA, GroenLinks en SP; Partij voor de Dieren, DENK
en Volt laat ik even buiten beschouwing) uitstekende resultaten: resp. 61, 65
en 57 zetels. Dus na het val van de muur (1989) en nine eleven (2001). Die
goede resultaten werden behaald met aansprekende lijsttrekkers, zoals Paul
Rosenmöller, Wouter Bos, Jan Marijnissen, Diederik Samsom en Jesse Klaver.
Na 2012 is er sprake van verval. Dat komt vooral op het
conto van de PvdA die van 38 zetels in 2012 naar 9 zetels duikelde in 2017 en
2021. De samenwerking met de VVD in Rutte II, de afsplitsing van DENK, de bloedige
strijd tussen Samsom en Asscher en de weinig aansprekende lijsstrekkers in 2017
(Asscher) en 2021 (Ploumen) verklaren veel voor die neergang.
Uit de grafiek valt nog iets anders op: als het goed gaat met links gaat het slecht met D66. En andersom. Hoewel D66 zich in toenemende mate afficheert als middenpartij, denken de kiezers daar duidelijk anders over.
Om electorale redenen zou het verstandig zijn om vol in de oppositie
te gaan, onder leiding van een fractievoorzitter die deze oppositierol volledig
uitbuit. Zoals de geschiedenis aantoont zal de aanhang van D66, die de partij
van hun keuze in een coalitie zien stappen met VVD en JA21, dan smelten als
sneeuw voor de zon en voor een groot deel terugvloeien naar links. Omdat de
fusie echter vooral is aangejaagd met het argument dat links weer in de
regering moet, zal het streven ongetwijfeld gericht zijn om de linkervleugel te
zijn van een coalitie in het brede midden. Dat is ook voor D66 van
levensbelang, om zo de leegloop naar links bij volgende verkiezingen te
voorkomen. Met een VVD die campagne heeft gevoerd met een anti-GL-PvdA sentiment
wordt het spannend of zo’n breed middenkabinet er komt. Het vertrek van
Timmermans kan voor de VVD een ontsnapping zijn uit het door Yezilgös geïnitieerde,
valse cordon sanitaire tegen links.
Dan de fusie. Ad Melkert bepleitte een dag na de
verkiezingen bij Pauw en De Wit een pauze in het organisatorische proces dat
naar de fusie moet leiden. Een pauze die benut moet worden voor een grondige
evaluatie en zelfonderzoek van het dramatische verkiezingsresultaat. Nu is er
een forse onderste bureaula te vullen, met name door de PvdA, met evaluaties
van verkiezingen. Maar deze specifieke omstandigheden, nl. de voorgenomen fusie,
vragen daar wel om. Maar het is tegen dovemensoren gezegd. De
gemeenteraadsverkiezingen komen er aan, en in praktisch alle gemeenten (uitgezonderd
o.a. Amsterdam, Groningen en Nijmegen) nemen GroenLinks en PvdA met één gezamenlijke
lijst deel. Vanuit ‘de basis’ zal er weinig animo bestaan om nu aan de fusie te
tornen. En dat geldt ook voor de partijtop. Daags na de verkiezingen ontvingen
de 120.000 leden een e-mail brief met peptalk van beide partijvoorzitters:
‘Aanstaande maandag kiest de fractie een nieuwe fractievoorzitter, en zetten
we samen de volgende stappen. Want we bouwen door aan onze groeiende beweging.
Sinds gisteravond zijn er weer honderden nieuwe leden bij. Dat stemt ons
optimistisch voor de komende tijd. Samen gaan we aan de slag voor een geweldig
resultaat bij de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar.’
Maoïst Melkert
Melkert bepleitte nog iets anders. Hij leunde op de aanpak
van de Noorse sociaaldemocraten, die er in slaagden om na 8 jaar conservatief
beleid, in 2021 de verkiezingen te winnen en een minderheidsregering te vormen
met een midden-boerenpartij. Die aanpak behelst: voer keukentafelgesprekken en begrijp daardoor wat de behoeften van ‘gewone’
mensen zijn en ga daarmee als linkse partij aan de slag. Dat Melkert zich als
Maoïst ontpopt, werd door niemand aan die kletstafel herkend. De massalijn van
Mao was immers het evangelie van partijen als de SP. Uit het befaamde Rode
Boekje van Mao, strofe 161: ‘Wie zich met de massa wil verbinden moet de
behoeften en wensen van de massa volgen. Alle werk ten behoeve van de massa
moet uitgaan van de behoeften van de massa, en mag niet uitgaan van
particuliere verlangens, hoe goed ook bedoeld.’ Ik schrijf hier nu wat ironisch
over, maar in de tijd dat ik in het villadorp Bussum, waar Melkert ook nog
enige tijd heeft gewoond, fractieleider was van de PSP (tussen 1978 en 1987)
hebben wij die massalijn concreet ingevuld. Simpel gezegd: oppikken in buurten
wat leeft, dat samen met de bewoners politiek vertalen en stelselmatig terug
rapporteren aan bewoners wat de resultaten zijn. Dat leidde tot de volgende resultaten
bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1978 (7,8%), 1982 (14,9%) en 1986 (19,2%).
De vraag is natuurlijk hoe dat op nationaal niveau te
organiseren. Dat vereist iets wat onmogelijk lijkt: een organisatie en
discipline van die 120.000 leden die als een leger uitzwermen om die
keukentafels aan de praat te krijgen. En de hamvraag is natuurlijk: wat te doen
met ‘particuliere verlangens’ die niet stroken met partij-opvattingen?
Zoiets dus...
Hoe zeer ik het ook anders zou willen: de fusie lijkt een
gelopen race. Deelname aan een door de D66 gewenste coalitie is zeer
risico-vol. Het leveren van bewindslieden die inhoudelijk én communicatief
ijzersterk zijn, is dan een vereiste. Sociale media, je komt er niet onderuit, zullen
permanent gebruikt moeten worden met een neusje voor de nieuwste trends. Een
Tweede Kamerfractie die zichtbaar functioneert in samenwerking met
buitenparlementaire bewegingen en met herkenbare beleidsvoorstellen komt. Eigen
communicatiekanalen ontwikkelen om kiezers te bereiken. Werken aan het
eigenaarschap op sociaal-economisch gebied. Een betere, pakkende, liefst
permanente campagne. Zoiets dus…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten