Afgelopen zondag (10
november) was er laat op de avond een gesprek op de TV tussen EO-coryfee Tijs
van den Brink en Frans Timmermans in de serie Adieu God? Zoals vroeger
in het tijdschrift Opzij mannen langs een feministische meetlat werden
gelegd, doet Van den Brink dat nu langs een religieuze, zij het op een zeer
niet-belerende wijze. Timmermans was in dat gesprek openhartig, eerlijk en
innemend – en als dat criteria zouden zijn voor kiezers voor het uitbrengen van
hun stem zou Timmermans zeer hoog scoren.
Helaas is de
werkelijkheid anders. De meest gluiperige, leugenachtige en cynische politicus
van Nederland, de voor haatzaaien
veroordeelde
politieke crimineel Geert Wilders, leidt de grootste (éénmans)partij van
Nederland.
Losse flodders uit de
X-heup
Timmermans zit in een
lastige positie. Hij leidt een GroenLinks-PvdA fractie, die in de oppositie
zit, tegenover een extreem-rechts kabinet dat door zijn knullig werkwijze, tenenkrommende
ministers en een losgeslagen premier met ongefundeerde beleidsvoorstellen komt,
die de politieke én media-agenda domineren. Daarbij opgejaagd door Wilders die
vanuit zijn X-heup de ene na de andere losse flodder afvuurt. De
GroenLinks-fractie, met 25 mensen de grootste oppositiepartij, verkeert onder
leiding van Timmermans in de schaduw van dit geweld.
De olifant in de kamer
van GroenLinks-PvdA
Dat neemt niet weg, of
beter gezegd, dat dwingt er toe, dat de vraag gesteld moet worden: is Frans
Timmermans de juiste figuur om ook bij volgende Tweede Kamerverkiezingen de kar
van ‘Verenigd Links’ te trekken? In diverse interviews heeft hij aangegeven
daar zeker klaar voor te zijn. Maar binnen GroenLinks-PvdA is dat toch de
olifant in de kamer. De verkiezingscampagne is niet geëvalueerd, de
partijbesturen zijn druk met het samenwerkingsproject, en er zijn geen interne
gremia, zoals een partijraad of ledenblad om hierover te discussiëren.
Mijn stellige indruk is
dat door de partijbesturen en beide Kamerfracties dit gebrek aan ledeninvloed
wordt gekoesterd om een discussie over het leiderschap van Timmermans te
vermijden. Terwijl ze donders goed weten dat in beide partijen – en zeker in
GroenLinks – op vele plekken kritiek is op hoe Timmermans campagne heeft gevoerd
en, eenmaal in de oppositie, op belangrijke onderwerpen als het Israël-Gaza
drama heeft geopereerd.
Etiket ‘elitair’
Hier en daar wordt er wel
voorzichtig kritiek geuit. Zoals door Simon Otjes onlangs in De Hofvijver, een tijdschrift van het gerenommeerde Montesquieu
Instituut. Otjes is universitair docent Nederlandse politiek in Leiden, lid van
GroenLinks en columnist van De Helling, het tijdschrift van het
Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks.
Otjes verwoordt wat al
vaak is opgemerkt, nl. dat Timmermans geparachuteerd werd vanuit Brussel en
daarmee het moeilijk kwijt te raken etiket ‘elitair’ opgeplakt kreeg. In de
campagne richtte hij zich wekenlang op Omtzigt, in de ijdele hoop deze confessioneel
naar links te kunnen laten buigen. Daarmee werd een klassieke fout gemaakt, nl.
door in de campagne te veel over een eventuele kabinetsdeelname te praten, in
plaats van de VVD te bestrijden en de eigen oplossingen over het voetlicht te
brengen.
Ongekende capriolen
Tijdens de slepende
coalitiebesprekingen was Timmermans lange tijd onzichtbaar, hopend op een
breuk, waarna hij het zou mogen proberen. Tot onbegrip van velen in GroenLinks
die een felle toon verwachtten tegen het nadere onheil van een extreem-rechts
kabinet. En als hij zich soms uitsprak was dat volgens Otjes onvoorspelbaar. ‘Een
voorbeeld: op 17 september zei Timmermans tegen de NOS dat hij zich kon vinden
in de ambitie van het kabinet om asiel “strenger, sneller en soberder” te maken
en tegen BNR dat met het verder versoberen van de asielopvang Nederland door
een “menselijke ondergrens” zou zakken.’
Tijdens het belachelijke
debat over de regeringsverklaring, begin juli, bleef Timmermans te veel aan
zijn zetel kleven, terwijl D66, SP en zelfs het CDA de ongekende capriolen van
Schoof cs. aan de kaak stelden.
Gewelddadig en
dehumaniserend
De meeste oproer in GroenLinks ontstond over de opvattingen van
Timmermans inzake de bloedige aanval van Hamas en de daarop volgende, nu al ruim
een jaar durende genocide door Israël in Gaza. In zijn eerste reactie – en dat
geldt ook voor zijn reactie verleden week op de Maccabi-rellen in Amsterdam –
ontbrak elke verwijzing naar het gewelddadige, dehumaniserende optreden van de
staat Israël tegen de Palestijnen.
Soldaten met een Maccabi Tel Aviv sjaal trots voor verwoeste huizen in GazaIn het
verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA, waarop hij gekozen is, staat een
waslijst van maatregelen die getroffen moeten worden om Israël te beteugelen,
zoals het opschorten van het EU-verdrag met Israël, het ontmantelen van de
illegale nederzettingen en het stopzetten van de militaire samenwerking. In het
programma wordt Israël gehekeld, omdat Israël mensenrechten schendt,
VN-resoluties aan zijn laars lapt en een onafhankelijke Palestijnse staat
onmogelijk maakt.
Maar niets daarvan klinkt door in de eerste reacties van Timmermans.
Feitenrelaas
Op 8 november geeft
Timmermans een verklaring uit waarin hij, zonder de feiten te kennen, de
rellen in Amsterdam in een antisemitisch frame zet. Na veel kritiek hierop, met name op het
meestal rustige en genuanceerde LinkedIn, komt hij op 11 november met een tweede verklaring onder de kop Geen olie op het vuur. Dat
zijn eerste verklaring daar ook aan heeft bijgedragen, vermeldt hij niet. Wel
benoemt hij in deze verklaring zuinigjes ‘dat een deel van de harde kern van de
supporters van Maccabi Tel Aviv zich ernstig heeft misdragen’. En hij wil een
debat met het kabinet ‘zodra we beschikken over een feitenrelaas’. Nog afgezien
van de vraag of zo’n feitenrelaas van dit kabinet, immers een fanclub van
Israël, betrouwbaar is, had Timmermans al in zijn eerste verklaring de
werkelijke aanleiding van de rellen moeten benoemen: de genocide in Gaza.
Kamerdebat
Ook in het Tweede Kamerdebat van
13 november opereerde Timmermans onevenwichtig. Hij ging een eind mee in de
zeer eenzijdige, pro-Israël analyses die (extreem)rechts maakte van het
gebeuren in Amsterdam, daarbij stelselmatig het antisemitische karakter
benadrukkend. Terwijl het, inderdaad af te keuren geweld, zich richtte op de (Israëlische)
Maccabi Tel Aviv hooligans, die het geweld in Gaza verheerlijkten en
vernielingen aanrichtten. Volgens hooligans-kenner
James Montague staan deze hooligans bekend als racistisch en
ultranationalistisch.
Timmermans liet in zijn
bijdrage in eerste termijn de genocide in Gaza door de Israëlische staat
onbenoemd. Pas in een interruptiedebatje met SGP’er Stoffer, waagde hij het in
één halfslachtige zin de situatie in Gaza te benoemen.
Terwijl het toch
overduidelijk is dat de genocide in Gaza, gesteund door het kabinet Schoof, de verklaring
is voor de gewelddadigheden in Amsterdam. En had dus voorkomen moeten worden door de 'supporters' van Maccabi Tel Aviv in Israël te laten. Een gebruikelijk maatregel bij risicowedstrijden.