Zoeken in deze blog

maandag 4 november 2024

Is de fusie tussen GroenLinks en de PvdA een gelopen race?

Verleden week bezocht ik sinds lange tijd weer eens een vergadering van mijn GroenLinks-afdeling Amsterdam-Oost. De afdeling telt 1900 leden, waarvan er zo’n dertig aanwezig waren. Op de agenda stond ‘Linkse Samenwerking Stadsdeelcommissie’.

De zeven stadsdelen in Amsterdam hebben ieder een door de inwoners gekozen stadsdeelcommissie, die de centrale stad adviseert over te nemen besluiten die het stadsdeel (be)treffen. Die van Oost heeft 15 leden (3 GroenLinks, 3 D66, 2 PvdA, 2 VVD, 1 SP, 1 DENK, 1 De Groene Basis Piraten, 1 Méérbelangen en 1 De stem van de burger – een afgescheiden lid van GroenLinks).

De afdelingsvergadering moest een besluit of de stedelijke lijn m.b.t. linkse samenwerking ook in Oost gevolgd zou worden.

 


Op Amsterdams niveau was er namelijk al een commissie van GroenLinks aan het werk geweest die een rapport schreef over hoe de linkse samenwerking in Amsterdam vormgegeven moet worden. Op advies van dit rapport werd er in september een referendum onder de Amsterdamse leden uitgeschreven over de stelling ‘GroenLinks neemt in Amsterdam zelfstandig deel aan de gemeenteraadsverkiezingen 2026 en vormt uiterlijk na de coalitieonderhandelingen één fractie met de PvdA’.

De uitslag van het referendum (opkomst van slechts 23,4%) was dat 79,7% deze stelling steunde.

Voor alle duidelijkheid: ik heb tegen deze -dubieuze- stelling gestemd. Vooral om politieke redenen (linkse samenwerking moet breder dan GroenLinks en PvdA), maar ook om praktische, campagne redenen. Hoe leg je kiezers uit dat je apart meedoet aan verkiezingen, maar na de coalitieonderhandelingen één fractie met de PvdA vormt?

Actieplan: Samen vooruit!

Deze gang van zaken is nog vreemder als je bedenkt dat op landelijk niveau de zaak nog niet beklonken is. Beide partijbesturen hebben onlangs een flinterdun Actieplan: Samen vooruit! gepubliceerd (1,5 A4-tje) waarin in zeer algemene, nietszeggende bewoordingen drie pijlers worden benoemd (inhoud, vereniging en organisatie) die verder moeten worden uitgewerkt om in 2026 een besluit te kunnen nemen over de vorm van samenwerking: een blijvende alliantie, fusie, of nieuwe partij. Blijkbaar wordt er van uitgegaan dat een andere, lossere vorm van samenwerking, bijvoorbeeld een stembusakkoord waar ook andere linkse en progressieve partijen aan deel kunnen nemen, niet mogelijk of wenselijk is.

Dat besluit zal in 2026 na de gemeenteraadsverkiezingen worden genomen, terwijl in Amsterdam -en vele andere gemeenten- hierop al voorgesorteerd is.

Dovemensoren

Terug naar de afdeling Oost, waar de afdelingsvergadering zonder veel discussie besloot met 5 stemmen tegen de stedelijke lijn te volgen. Dus bij de verkiezingen van de stadsdeelcommissie, die tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvindt, zal GroenLinks met een eigen lijst deelnemen, om na de verkiezingen één fractie met de PvdA te vormen.

Hoewel in het advies van de stedelijke commissie – en trouwens ook in aangenomen moties door het landelijk congres – wordt bepleit dat de samenwerking met andere linkse partijen moet worden onderzocht, blijkt dit vooralsnog tegen dovemensoren te zijn gericht. Noch op landelijk, noch op stedelijk, noch op stadsdeelniveau lijkt hier enige wil toe te bestaan. En dat is zorgelijk, want een ‘Verenigd Links’ dat alleen uit PvdA en GroenLinks bestaat, zal de voor velen zo vurig gewenste linkse ommezwaai niet maken. Welke peiling van eind oktober je ook bekijkt, GroenLinks-PvdA blijft gelijk of verliest (rond de 25 zetels), terwijl het totaal van andere progressieve/links partijen rond de 30 zetels schommelt.

Fusie gelopen race?

Hoewel op het eerste gezicht de fusie van GroenLinks en PvdA een gelopen race lijkt, kan dat toch anders uitpakken. Omdat er tegenstand is in beide partijen die langzaam maar zeker aan kracht lijkt toe te nemen, zoals de groep Rood Vooruit! in de PvdA. Omdat, als de discussie over de inhoud echt op gang komt, over belangrijke zaken verschillend wordt gedacht. Omdat de olifant in de kamer nog steeds wordt genegeerd, namelijk dat met Frans Timmermans als lijsttrekker verdere groei uitgesloten lijkt.

Daarover een volgende keer meer.

donderdag 24 oktober 2024

GroenLinks en PvdA verkeren in een vroege winterslaap

Eigenlijk heb ik er een hekel aan om me op te winden over interne partijpolitieke perikelen. In vele opzichten staat de wereld in brand. En ook de politieke situatie in Nederland, waar extreem-rechts de lakens lijkt uit te delen, schreeuwt om politieke actie.


Waar blijft links? Waarom worden er geen demonstraties tegen Wilders c.s. georganiseerd? Waar blijven affiches die in duidelijke beeldtaal de absurde leugens over ‘massamigratie’ aan de kaak stellen? Waar blijven de pogingen om met een breed front van maatschappelijke en politieke organisaties dit kabinet de wacht aan te zeggen? Waar blijven de pamfletten en actiekranten om uit te leggen wat er niet deugt aan Schoof c.s. en welke beleid wél hout snijdt om de woningnood, de armoede en de vervuilers aan te pakken? Waar blijven de stickers op lantaarnpalen en stoplichten die met cartoons van lachwekkende figuren als Faber en Agema fietsers en voetgangers een vrolijk moment bezorgen op weg naar school of werk? Waarom zijn GroenLinks en PvdA afwezig bij demonstraties voor een wapenstilstand in Gaza?

Helemaal niets!

 De partijen die de motor van dit verzet zouden moeten zijn, PvdA en GroenLinks, lijken in een vroege winterslaap te verkeren. Natuurlijk, de 25 Tweede Kamerleden doen ongetwijfeld hun best in de Haagse vergaderzalen. Al dringt daar weinig van door in huiskamers en bedrijfskantines. Maar anders dan de eenmanszaak van Wilders, hebben GroenLinks en PvdA samen ruim 90.000 leden. Trots liet Frans Timmermans weten: ‘Juist nu hebben we een sterk en verenigd links nodig. Voor al die mensen die geloven dat het anders kan en moet. Die zich samen met ons hard maken voor een sociaal, menselijk en groen Nederland. Een Nederland dat opkomt voor iedereen. Op naar de 100.000 leden!’


Vele duizenden leden zijn actief in de vakbeweging, milieugroepen, vluchtelingenwerk of vrouwenclubs, zijn werkzaam in de zorg, bij een woningcorporatie, in een distributiecentrum of zijn ZZP’er in de mediawereld. En nóg meer leden hebben een rijk actieverleden.

Wat dóén de partijbesturen met dit enorme reservoir aan menskracht? Helemaal niets! Er wordt in deze barre tijden geen enkel initiatief genomen om rond enkele belangrijke thema’s als zorg, wonen, migratie, bestaanszekerheid en verschrikkelijke oorlogen activiteiten te ontwikkelen die duidelijk maken waar ‘verenigd links’ voor staat. En daarmee de boer op te gaan. Om mensen te informeren, steun te verwerven, andere organisaties erbij te betrekken.

 De treurige erfenis van Halsema

 Als GroenLinks lid (voor de PvdA kan ik niet spreken) krijg ik alleen af en toe een e-mail over de samenwerking met de PvdA. En een ronkend stukje van Timmermans over een actuele, parlementaire kwestie.

Voor een partij die zichzelf graag ziet als een actieve ledenpartij is dat bitter weinig. Er wordt geen enkele politieke activiteit door het partijbestuur ontplooid. Dat is overigens een treurige erfenis van het tijdperk Halsema (2002-2010). In die periode is door haar invloed, daarbij fors gesteund door haar toenmalige politieke assistent (en nu Tweede Kamerlid) Tom van der Lee, GroenLinks verworden tot een kiesvereniging. Het ledenblad werd afgeschaft, evenals het partijparlement. Het partijbestuur werd ontdaan van elke politieke betekenis. Functies met een politieke portefeuille verdwenen. Het partijbestuur mocht alleen nog de vereniging GroenLinks bestieren, om het even of het een politieke partij dan wel een wandelclub betrof. Discussiedagen vonden niet meer plaats. Partijcongressen werden gladgestreken applausmachines.


Met deze interne machtsgreep van Halsema -en de Tweede Kamerfractie – is de partij GroenLinks als voertuig voor maatschappelijke verandering onklaar gemaakt. Het politieke primaat – en ieder politiek initiatief- kwam voor 100% bij de Tweede Kamerfractie te liggen. Een grovere ontkenning van het leerstuk dat maatschappelijke veranderingen hun weerslag hebben op politieke besluitvorming is niet mogelijk. Als links zich niet meer bezighoudt met het aanjagen van die maatschappelijke verandering, resteert machteloze, parlementaire politiek.

Samen Vooruit! (?)

Terwijl ik dit schrijf krijg ik een leden-email van GroenLinks voorzitter Eikelenboom en PvdA-voorzitter Sent. Of ik mee wil denken over het actieplan Samen Vooruit! (met uitroepteken, geen vraagteken), dat de samenwerking van GroenLinks en de PvdA verder gaat bediscussiëren.

Een van de onderwerpen is de ‘Partij van de toekomst’. Met de volgende toelichting:

Wat betekent ledendemocratie, hoe mobiliseren we onze achterban en vrijwilligers beter, en wat zijn inspirerende voorbeelden van partij-organisaties uit binnen en buitenland? Met andere woorden: hoe ziet de vereniging van de toekomst eruit?

Een onduidelijk stukje tekst, maar dat kan een vergissing zijn. Immers, niet ‘hoe’ maar ‘waartoe’ mobiliseren we onze achterban?

Volgens de tijdsplanning loopt het actieplan tot medio 2026. Daarna vindt er besluitvorming plaats over de definitieve vorm van samenwerking tussen GroenLinks en de PvdA.

Het lijkt me een goed idee als de partijbesturen van GroenLinks en PvdA snel een actieplan ontwikkelen om het kabinet Schoof te ontregelen. De onderwerpen liggen voor het oprapen.

dinsdag 15 oktober 2024

Brede linkse samenwerking in plaats van fusie

In de Volkskrant van 10 oktober jl. stond een opinieartikel van een aantal PvdA-leden, meest oud-gedienden, waarin wordt geconcludeerd dat het opheffen van de Partij van de Arbeid – juist nu – een dramatische en historische vergissing is.

Ik ben het voor 100% eens met deze conclusie – en als GroenLinks-lid zeg ik: hetzelfde geldt voor GroenLinks.

Maar een aantal van de argumenten in dat artikel zijn vergezocht, dan wel onjuist.

Echter, sommige argumenten deel ik. Zoals de kritiek op het Actieplan Linkse Samenwerking, dat beide partijbesturen onlangs hebben gepubliceerd. De PvdA’ers vinden dit actieplan een bestuurlijk-technocratisch proces. In een volgende post zal ik uitgebreid ingaan op dit actieplan.

Hun argument dat de GroenLinks-PvdA samenwerking qua groei van zetelaantal bij de laatste verkiezingen is mislukt, is wat uit de losse pols – en niet juist. Het aantal Eerste Kamerzetels bleef gelijk (14) en het aantal zetels in de Tweede Kamer steeg bij de laatste verkiezingen in november 2023 van 17 naar 25. Voor het gemak tellen de PvdA’ers alle zetels van ‘centrum-links’ bij elkaar op en stellen dat er 18 zetels zijn verloren. Maar dat komt natuurlijk vooral door het verlies van o.a. D66 (-15) en SP (-4). Dat verlies is uiteraard voor een deel bij GroenLinks-PvdA terecht gekomen – en dat is in een situatie waarin linkse partijen niet één coalitie vormen, maar elkaar bestrijden, tamelijk normaal. Dát moet dus juist anders.

                                     

Volgens de PvdA’ers was de rode PvdA in 2021 nog eigenaar van thema’s als wonen en werkgelegenheid, in 2023 was ‘de lijstcombinatie in de ogen van de kiezers overweldigend eigenaar van het thema klimaat’. Dit is een tamelijk onbegrijpelijke redenering want in 2021 behaalde PvdA met dat rode eigenaarschap slechts 9 zetels, evenals in 2017. Dat neemt niet weg dat hun constatering juist is dat thema’s als armoede, wonen, zorg en bestaanszekerheid door PVV en NSC zijn ’gekaapt’ bij de laatste verkiezingen.


Dat de PvdA niet langer als eigenaar wordt gezien van de genoemde ‘rode thema’s’ kan moeilijk GroenLinks worden verweten. Daarvoor moeten de schrijvers van dit opiniestuk, waaronder Melkert, Ouderkerk, Verbeet en Rottenberg, vooral toch de hand in eigen boezem steken. Het is de PvdA geweest, in coalities met de VVD, D66 en soms het CDA, die de marktwerking in de zorg en de volkshuisvesting hebben geïntroduceerd, de sociale zekerheid hebben verschraald en de werkgelegenheid geïndividualiseerd.

Volgens de PvdA’ers moet de extreemrechtse opmars gestopt worden door niet ‘verder naar links’ te gaan, maar door het politieke midden te versterken. Hoe kun je het eigenaarschap op ‘rode’ thema’s als wonen, zorg, bestaanszekerheid en werkgelegenheid terugkrijgen door terug te gaan naar dat verfoeide midden, dat juist op die thema’s een destructief beleid heeft gevoerd? En Wilders daarmee de kans heeft gegeven om deze thema’s met ‘massa-migratie’ te verbinden.

Dit alles neemt niet weg dat de PvdA’ers terecht pleiten voor een diepgaande evaluatie van de gevoerde campagnes ‘in termen van ideologie, sociale aspiraties en electorale strategie’. Dat zou GroenLinks ook moeten doen.

Ze ontwaren ook thema’s waarop fundamenteel andere opvattingen tussen PvdA en GroenLinks bestaan, zoals groei, arbeid, migratie, klimaat-radicalisme en Midden-Oosten. Ze hebben blijkbaar gemist dat er een gezamenlijk verkiezingsprogramma door beide congressen is aangenomen, waarin al deze thema’s aan de orde komen. Daarbij zijn natuurlijk compromissen gesloten.

Voor mij is de essentie van linkse samenwerking dat gestreefd wordt naar een zo breed mogelijke coalitie van linkse en progressieve partijen, die gezamenlijk een programma en ‘schaduwkabinet’ presenteren voor de volgende verkiezingen. Dáár zouden PvdA en GroenLinks energie in moeten steken, in plaats van verdergaande samenwerking te onderzoeken. Eén lijst of fusie is daarbij niet nodig, noch wenselijk. D66, PvdA, GroenLinks, SP, Partij van de Dieren, Volt, DENK: allemaal hebben ze hun eigen kleur en aantrekkingskracht op een divers electoraat.