Zoeken in deze blog

dinsdag 23 september 2025

Beginselen ter discussie van de fusiepartij Groenlinks-PvdA

Afgelopen zondag was er een bijeenkomst van LinksBoven, een netwerk van GroenLinksers en PvdA’ers die, zoals de naam al doet vermoeden, zich op de linkervleugel van de fusiepartij positioneren. Het is een enthousiaste, gedreven club, die op het laatste congres in juni behoorlijk succesvol was met een aantal ingediende (en aangenomen) moties, o.a. over een scherpere veroordeling van en verdergaan sancties tegen de genocidale politiek van Israël. LinksBoven heeft op het concept-verkiezingsprogramma eveneens een groot aantal wijzigingsvoorstellen ingediend. Dat verkiezingsprogram wordt a.s. zaterdag 27 september op het GroenLinks-PvdA congres in Rotterdam vastgesteld. Op dit moment ontbreekt overzicht welke wijzigingen zijn overgenomen door de partijbesturen en welke in stemming komen.

Tijd voor solidariteit

Op de LinksBoven bijenkomst werd ook gediscussieerd over het enige tijd geleden gepubliceerde Tijd voor solidariteit, een eerste voorzet voor een beginselprogramma van de fusiepartij, opgesteld door medewerkers van de wetenschappelijke bureaus van beide partijen. Volgens het voorwoord is deze ‘voorzet’ niet in afzondering op een zolderkamer geschreven, maar het resultaat van een uitgebreide consultatieronde ‘met leden en kiezers, politici en vrijwilligers, activisten en deskundigen’. Een grappige opsomming, want je kunt zo ongeveer alles tegelijk zijn. Of kunnen activisten niet deskundig zijn? Het stuk wordt nog ‘doorontwikkeld’, opmerkingen zijn welkom en de LinksBoven bijeenkomst was een goede aanleiding voor mij om het stuk (eindelijk) eens te gaan lezen. 

Beginselprogramma?

Op de bijeenkomst waren twee medewerkers van de wetenschappelijke bureaus aanwezig, Arjan Reurink en Hans Rodenburg, die benadrukten dat het beginselprogramma de functie had om de diverse opvattingen en stromingen in de fusiepartij te verwoorden, waarbij het noodzakelijk was om regelmatig compromissen te formuleren om iedereen binnenboord te houden. Ik begreep uit hun woorden dat vooral het voor deze gelegenheid willekeurig gelote ledenpanel van 100 mensen compromissen nodig maakten.

Hoewel vanuit fusie-overwegingen dit te begrijpen is, kun je je afvragen of de vlag van ‘beginselprogramma’ in dit geval wel de juiste is. Als beginselen compromisteksten zijn, hoe moet het dan gaan met de vervolgstappen die logischerwijs uit die beginselen voorvloeien: een verkiezingsprogramma en daarna, wellicht nog relevanter in dit mediageile tijdperk, de door imago gedicteerde beleidsdaden van politici van GroenLinks-PvdA?

Wetenschappelijke ambities

Dat de volgorde nu is omgekeerd, eerst wordt een verkiezingsprogramma vastgesteld en daarna een beginselprogramma, is ongelukkig, maar onoverkomelijk, gezien de val van het naar het fascisme hellende, extreem-rechtse kabinet Schoof. Maar beter dan een ledenpanel van 100 mensen te volgen, is het om de stemmingen over moties en wijzigingsvoorstellen als input te nemen in het vervolgtraject. De wetenschappelijke bureaus zouden vervolgens hun wetenschappelijke ambities in dat vervolgtraject een grotere plaats moeten geven. Of het nu Thomas Piketty is, of Mariana Mazzucato, om slechts twee voorbeelden te geven: er zijn zoveel studies de laatste jaren verschenen die spijkerhard het parasitaire van het moderne kapitalisme aantonen en voorstellen doen dat radicaal te veranderen.

Een eerlijke economie

Dat brengt mij tot één van de twee fundamentele kritiekpunten die ik op dit concept-beginselprogramma heb. De eerste makke is dat er geen coherente kritiek op het kapitalisme wordt geleverd. De opeenhoping van kapitaal, de macht van multinationals, de door aandeelhouders gedreven winstmaximalisatie, gevoed door uitbuiting van mens en natuur: op verschillende plekken wordt hier wel iets over gezegd. Maar de analyse dat in het kapitalisme de werkenden de waarde scheppen, die vervolgens door aandeelhouders, bankiers en CEO’s in hun zakken wordt gestoken, ontbreekt. De analyse dat de strijd tussen de waardenscheppers en de waardenrovers, ook wel klassenstrijd genoemd, vele vormen en plekken kent en de uitkomst daarvan beslissend is voor de ontwikkeling van een samenleving, wordt evenmin coherent verwoord. Daarentegen wordt gesteld: ‘Zonder de creativiteit en het probleemoplossend vermogen van bedrijven heeft de transitie naar een eerlijke economie echter geen kans van slagen. Daarom maken we het ondernemers zo gemakkelijk mogelijk om goed en duurzaam te ondernemen.’ Wat krijgen we nou? Hebben de samenstellers kennis genomen van het boek ‘De waarde van alles’ van Mariana Mazzucato, waarin zij niet alleen pagina na pagina aantoont wie de waardenscheppers zijn, maar ook dat praktisch iedere technologische vooruitgang in den beginne gefinancierd is door overheden met belastinggeld. Sinds wanneer banen bedrijven -uit eigen wil- de weg naar een ‘eerlijke economie’? Het is onzinnig dat een dergelijke tekst in het concept-beginselprogramma voorkomt.

Mariana Mazzucato
Piketty

Thomas Piketty toont in zijn lijvige ‘Kapitaal en ideologie’ aan dat het privébezit van grond en productiemiddelen de oorzaak van de groeiende kloof in inkomen en vermogen tussen de kapitalisten, bedrijfstoppen en aandeelhouders enerzijds en werkenden anderzijds. Hij schrijft dat de beroemde stelling van Karl Marx en Friedrich Engels ‘De geschiedenis van iedere maatschappij tot nu toe is de geschiedenis van de klassenstrijd’ ‘pertinent blijft’, maar voegt daar terecht aan toen, gezien de ervaringen in Oost-Europa, dat die klassenstrijd verbonden moet worden met een ideeënstrijd geënt op een spreiding van kennis en ervaring, respect voor de ander, discussie en democratie.

Participerend socialisme

En dus wijdt hij zijn laatste hoofdstuk aan ‘bouwstenen voor een participerend socialisme in de 21ste eeuw’. Hij pretendeert niet volkomen bevredigende oplossingen te hebben, maar stelt op basis van zijn onderzoek naar historische maatschappelijke ontwikkelingen in uiteenlopende soorten maatschappijen dat vooruitgang vooral tot stand zijn gebracht door sociaal-politieke bewegingen en concrete experimenten. Zo ziet hij ook zijn bouwstenen, die hij verder uitwerkt: voorwaarden voor een rechtvaardige eigendom en economie. En dat betekent sociaal eigendom van bedrijven, stemrechtverdeling en deelname aan besluitvorming door werknemers in bedrijven en het vervangen van het ‘permanente privébezit’ door ‘tijdelijk privébezit’ door een zeer progressieve belasting op grote vermogens.

Thomas Piketty

Uiteraard kan ik slechts op deze korte wijze aanstippen dat de inzichten en studies van Mazzucato en Piketty, die in vrij brede kring omarmd werden, in hun samenhang en consequentie nauwelijks op coherente wijze aan bod komen in ‘Tijd voor solidariteit’. En hun aanbevelingen, dan wel bouwstenen, ook niet te vinden zijn in het conceptverkiezingsprogramma. Dat lijkt te wijzen op een alarmerende intellectuele armoede van de samenstellers van deze programma’s, dan wel een angst om als ‘te links’ te worden gezien.

Geen internationale context

Een ander, minstens zo groot, gemis is de internationale context. Er worden weliswaar een paar zinnen gewijd aan oneerlijke internationale handel met het zuidelijke halfrond, de internationale rechtsorde en een rechtvaardiger Europa, maar daar blijft het bij.

Terwijl juist de oorlogen in Oekraïne en Gaza het narratief van het Eurocentrisme doet kantelen. Nog steeds, zo blijkt ook uit het verkiezingsprogramma, is GroenLinks-PvdA, gevangen in een Westerse cq. Eurocentrische tunnelvisie. De Tweede Wereldoorlog, de holocaust, de ‘liberale’ democratie, de rechtstaat en de veronderstelde macht van de VS worden nog steeds gezien als bepalende factoren in het internationale beleid. Maar voor het overgrote deel in de wereld (Zuid-Amerika, Afrika en grote delen van Azië) ligt dat heel anders. Kolonialisme en slavernij, beide bedreven door het Westen, zij hier de ijkpunten. Het meten met twee, drie of vier maten door het Westen van conflicten en oorlogen (Israël mag Gaza verwoesten, maar Rusland Oekraïne niet) en het beschouwen van de NAVO als de organisatie die democratie en mensenrechten verdedigt, kan niet langer door de beugel.

200 NAVO interventies

NAVO landen, met de VS voorop, hebben sinds 1953, 200 keer een interventie in een ander land gepleegd. NAVO landen hebben de dictaturen in Griekenland, Spanje en Portugal gesteund. De VS is verantwoordelijk voor militaire staatsgrepen, zoals in Chili waarbij president Salvador Allende het leven liet, en samen met NAVO-bondgenoot België, voor de moord op de Congoleze premier Patrice Lumumba. Beiden democratisch gekozen socialisten. Recente interventies in Afghanistan, Libië en Irak hebben deze landen in een diepe humanitaire crisis gestort. De VS steunen onverdroten de genocide in Gaza. Turkije, Slowakije en Hongarije zijn NAVO-lid. Hoezo is de NAVO een organisatie die mensenrechten en democratie verdedigt?

De NAVO is voor alles een instrument van de buitenlandse politiek van de VS, ongeacht de politieke kleur van de president, en de Europese NAVO-landen zijn een graag geziene gast voor de aankoop van wapentuig door de Amerikaanse wapenfabrikanten.

Bas van der Schot | de Volkskrant
Kolonialisme en slavernij

De westerse hegemonie, historisch gestoeld op kolonialisme en slavernij, en nu op talrijke, vaak gewelddadige interventies om toegang te krijgen tot fossiele grondstoffen en metalen, is terecht aan het wankelen. Vele landen in Zuid-Amerika, Afrika en Azië, willen niets meer met dit Westen te maken hebben en oriënteren zich op het BRICS initiatief van Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Steeds meer landen uit ‘het Zuiden’ sluiten zich hierbij aan. De bedoeling van de BRICS-landen, die 40% van de wereldbevolking huisvesten, is om met de oprichting van hun gemeenschappelijke ontwikkelingsbank een alternatief te vormen voor de door de VS gedomineerde Wereldbank en Internationaal Monetair Fonds, en daarmee ook de dominantie van de Amerikaanse dollar uit te hollen.

Natuurlijk, veel van deze landen zijn geen parlementaire democratie, schenden mensenrechten en azen op economische en geopolitieke voordelen, maar datzelfde geldt voor de VS en zijn bondgenoten.

Er wordt geen woord gewijd in Tijd voor solidariteit aan deze verschuivende, internationale context, die zou moeten leiden tot een herbezinning van GroenLinks-PvdA op de Atlantische en Eurocentrische tunnelvisie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten