Zoeken in deze blog

donderdag 9 januari 2025

Klaver en Dijk: aan de slag!

Het maandblad Vrij Nederland heeft eind vorig jaar aan zowel Jesse Klaver (GroenLinks) als Jimmy Dijk (SP) de gelegenheid geboden om in een ‘essay’ (een term die tegenwoordig op elke stuk dat langer is dan een A4tje wordt geplakt – maar dit terzijde) hun visie te ontvouwen op de huidige politiek-economische situatie en wat daar aan moet veranderen.

Hoe rechts de middenklasse bedriegt

Klaver borduurt in zijn essay Hoe rechts de middenklasse bedriegt voort op het werk van de Franse econoom Thomas Piketty die in zijn lijvige boek Kapitaal in de 21ste eeuw  (en niet de 20ste eeuw zoals Klaver abusievelijk schrijft) aan de hand van diepgaande analyses van de ontwikkeling van kapitaal en inkomen aantoont dat in een markteconomie, gebaseerd op privaat eigendom, het rendement op vermogen lange tijd veel hoger ligt dan de groei van het inkomen én van de productie. Piketty constateert: ‘Een ondernemer neigt er onvermijdelijk naar een rentenier te worden en steeds meer dominantie te krijgen over degenen die alleen hun arbeidskracht aan kunnen bieden. Zodra een vermogen is opgebouwd, houdt het zichzelf in stand, en groeit het sneller dan de productie.’ En het inkomen. Met gevoel voor drama voegt hij aan deze conclusie toe ‘Het verleden verslindt de toekomst.’ Als oplossing hamert Piketty in dit boek vooral op herverdeling via een progressieve vermogensbelasting.

                                                                    Thomas Piketty

Hoe rechts de middenklasse bedreigt

In zijn bijdrage benadrukt Klaver met wat actuele cijfers de voortgaande scheefgroei tussen vermogen en inkomen, en dus de wijder wordende kloof tussen werkenden en ‘de financiële elite’. Terecht hekelt hij de VVD, die zich graag afficheert als de partij voor de hardwerkende Nederlanders, maar in feite opereert ‘als belangenbehartigers van de allerrijksten’.

Klaver legt er vooral de nadruk op dat de middenklasse de dupe is. Hij had ook als titel kunnen gebruiken: Hoe rechts de middenklasse bedreigt. Zij moet bij economische tegenwind ‘het vuile werk’ opknappen. Zij ‘worstelt om het eigen hoofd boven water te houden’. De laagste inkomens worden er ook een paar keer met de haren bijgesleept, maar het zijn vooral de middeninkomens die de aandacht krijgen. Dat is uiteraard de politiek-electorale bedoeling van dit verhaal. ‘De middenklasse’, waarvan de VINEX-wijken hun spreekwoordelijke biotoop zijn, lijkt in toenemende mate op (extreem)rechts te stemmen en wil links de weg omhoog vinden dan zal de ‘de middenklasse’ onder de neus moeten worden gewreven dat ze door rechts worden belazerd. En de andere bedoeling van zijn verhaal is om aan de ‘houdgreep van een cultuuroorlog’ te ontsnappen door de linkse pijlen op de sociaaleconomische wanverhouding te richten. 

Een veelkleurig palet

 Klaver levert geen definitie van ‘de middenklasse’. Hij lijkt het vooral over inkomen te hebben, terwijl opleiding, etniciteit, beroep, bron van inkomen, huishouden, woonsituatie en -ja dus- cultuur ook bepalende factoren zijn die de politieke gemoedsrust van iemand bepalen. En dat geldt trouwens ook voor mensen die niet tot ‘de middenklasse’ gerekend worden. Laagbetaalde academici, pensionado’s met hypotheekvrije huizen, miljonairs die meer belasting willen betalen, migranten die de grenzen dicht willen hebben: het palet is veelkleurig.

Linkse politiek kan het niet iedereen naar zijn zin maken. En ‘de middenklasse’ is een te amorfe -en te beperkte- doelgroep. De paar voorstellen die Klaver aanstipt zullen dan ook zeker niet alle geledingen van ‘de middenklasse’ aanspreken. Rode draad in die voorstellen is dat de overheid het stuur weer terugpakt van de markt wat betreft onderwijs, zorg, openbaar vervoer, volkshuisvesting en migratie. Sociale zekerheid moet ont-regelt worden, belasting op werk moet omlaag en omhoog op vermogen en winst.

Ze zijn nog onvoldragen, maar hebben wel de potentie om een fors deel van het electoraat aan te spreken. En daarmee het neoliberale tij te keren.


                                                                     Jesse Klaver

Er was ook een leven voor marktwerking

 Het keren van het neoliberale tij staat centraal in het essay van SP’er Jimmy Dijk: ietwat vreemd getiteld Er was ook een leven voor marktwerking. Dijk haakt aan bij een ander standaardwerk dat recent is verschenen: Neoliberalisme van Bram Mellink en Merijn Oudenampsen. Zij tonen daarin aan dat het neoliberalisme een langdurige en politiek breed gedragen, succesvolle poging is om met staatsinterventies de marktwerking in alle sectoren van het maatschappelijke leven door te voeren met als resultaat ‘een holle staat’. Dijk benoemt hoe dit heeft geleid tot een focus op winstmaximalisatie, flexibele banen, verschraling van het openbaar vervoer, teloorgang van de volkshuisvesting, buitenlandse investeerders en hogere prijzen. De status van publieke dienstverleners is aangetast, een stopwatchcultuur heerst in de zorg, administratiegekte in het onderwijs, en buschauffeurs worden per satelliet gevolgd. De marktwerking, de drang naar efficiëntie en winstmaximalisatie, heeft volgens Dijk geleid tot een heersend, verwrongen mensbeeld, waarin het individu centraal staat en behoeftes oneindig lijken te zijn.

Democratisering van de economie

Dijk bepleit een fundamentele democratisering van de economie om het neoliberale tij te keren. Werknemers moeten zeggenschap krijgen over fusies, verplaatsing van bedrijfsonderdelen, winsten, lonen en werkdruk. Effecten op samenleving en milieu moeten in het bedrijfsbeleid een plek krijgen. Evenals Klaver bepleit hij dat de overheid zeggenschap terugneemt van de markt op de gebieden onderwijs, volkshuisvesting, openbaar vervoer, energie, post en telecommunicatie.

Daarnaast bepleit Dijk een stevige ingreep van de overheid in de macht van het kapitaal en de werkwijze van grote bedrijven. Zoals dwingende wetgeving voor de voedselindustrie en een verbod op winst op essentiële producten, regulering van winstmaximalisatie en aandeelhouderswaarde. Op deze wijze worden bedrijven ‘gedwongen bij te dragen aan het algemeen belang, met solidariteit en samenwerking als leidende principes’.

                                                                    Jimmy Dijk

Neoliberaal mensbeeld

Dijk stelt dat zijn mensbeeld scherp contrasteert met het neoliberale mensbeeld. ‘Mensen zijn sociale wezens, gericht op samenwerking, empathie en gemeenschapszin’. En niet louter op eigenbelang en winstmaximalisatie. ‘De mens is veelzijdig en in staat tot solidariteit, met als doel een rechtvaardige en mensgerichte samenleving waarin samenwerking boven concurrentie staat.’ Dit mensbeeld is, zoals ‘de middenklasse’ van Klaver, te algemeen, te amorf en lijkt de verschillen die er wel degelijk in persoonlijke drijfveren, ervaringen en belangen bestaan, niet te willen zien. Je hebt ongetwijfeld mensen die passen in het neoliberale mensbeeld. En in het linkse mensbeeld. Met daartussenin, dan wel daarnaast, een eindeloze variatie.

Krachtenbundeling

 Beide bijdragen komen op belangrijke punten overeen. Zeker waar het gaat om het terugdringen van de macht van de markt en de rol van de overheid daarin. Met enige gemakzucht kun je stellen dat Klaver en Dijk in hun bijdragen het verschillende karakter van hun partijen laten doorklinken. Klaver richt zich op herverdeling, terwijl Dijk duidelijker systeemkritiek heeft en een ingrijpende economische agenda bepleit.

In beide slot alinea’s bepleiten beiden, in weliswaar verschillende bewoordingen, een krachtenbundeling van politieke partijen, vakbonden, maatschappelijke organisaties en zelfbewuste groepen links van het midden, om samen de sociale opdracht te vervullen een menswaardige samenleving op te bouwen.

Samen aan de slag dus!

Kapitaal en ideologie

Zoals hierboven aangegeven zijn de voorstellen van beide politici nogal onvoldragen. Wellicht kan Piketty hier ook de helpende hand bieden. Als vervolg op zijn Kapitaal in de 21st eeuw publiceerde Piketty in 2020 het nog omvangrijkere Kapitaal en Ideologie. Hij volgt dezelfde werkwijze van Marx en Engels in het Communistisch Manifest (60 blz.), zij het bijna oneindig (ruim 1100 blz.) gedetailleerder en veelomvattender. Hij analyseert de economische en politieke ontwikkelingen vanaf de middeleeuwen in Europa, slavenstaten en koloniale samenlevingen tot en met de sociaaldemocratische, communistische en hyperkapitalistische samenlevingen in de 20ste eeuw. Hij schrijft in zijn conclusie dat de beroemde stelling van Marx en Engels ‘De geschiedenis van iedere maatschappij tot nu toe is de geschiedenis van de klassenstrijd’ pertinent blijft, maar voegt daar aan toe dat ideeën en ideologieën er ook toe doen.

Net als Marx en Engels (zie mijn vorige blog) komt Piketti met voorstellen: Bouwstenen voor een participerend socialisme in de 21ste eeuw. De ruim 70 blz. die hij hier aan wijdt, kunnen de basis vormen voor een meer voldragen programma van de linkse samenwerking. Daarover de volgende blog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten