In de Volkskrant van 10 oktober jl. stond een opinieartikel van een aantal PvdA-leden, meest oud-gedienden, waarin wordt geconcludeerd dat het opheffen van de Partij van de Arbeid – juist nu – een dramatische en historische vergissing is.
Ik ben het voor 100% eens
met deze conclusie – en als GroenLinks-lid zeg ik: hetzelfde geldt voor
GroenLinks.
Maar een aantal van de
argumenten in dat artikel zijn vergezocht, dan wel onjuist.
Echter, sommige
argumenten deel ik. Zoals de kritiek op het Actieplan Linkse
Samenwerking, dat beide partijbesturen onlangs hebben gepubliceerd. De PvdA’ers
vinden dit actieplan een bestuurlijk-technocratisch proces. In een volgende post
zal ik uitgebreid ingaan op dit actieplan.
Hun argument dat de GroenLinks-PvdA samenwerking qua groei van zetelaantal bij de laatste verkiezingen is mislukt, is wat uit de losse pols – en niet juist. Het aantal Eerste Kamerzetels bleef gelijk (14) en het aantal zetels in de Tweede Kamer steeg bij de laatste verkiezingen in november 2023 van 17 naar 25. Voor het gemak tellen de PvdA’ers alle zetels van ‘centrum-links’ bij elkaar op en stellen dat er 18 zetels zijn verloren. Maar dat komt natuurlijk vooral door het verlies van o.a. D66 (-15) en SP (-4). Dat verlies is uiteraard voor een deel bij GroenLinks-PvdA terecht gekomen – en dat is in een situatie waarin linkse partijen niet één coalitie vormen, maar elkaar bestrijden, tamelijk normaal. Dát moet dus juist anders.
Volgens de PvdA’ers was de rode PvdA in 2021 nog eigenaar van thema’s als wonen en werkgelegenheid, in 2023 was ‘de lijstcombinatie in de ogen van de kiezers overweldigend eigenaar van het thema klimaat’. Dit is een tamelijk onbegrijpelijke redenering want in 2021 behaalde PvdA met dat rode eigenaarschap slechts 9 zetels, evenals in 2017. Dat neemt niet weg dat hun constatering juist is dat thema’s als armoede, wonen, zorg en bestaanszekerheid door PVV en NSC zijn ’gekaapt’ bij de laatste verkiezingen.
Dat de PvdA niet langer als eigenaar wordt gezien van de genoemde ‘rode thema’s’ kan moeilijk GroenLinks worden verweten. Daarvoor moeten de schrijvers van dit opiniestuk, waaronder Melkert, Ouderkerk, Verbeet en Rottenberg, vooral toch de hand in eigen boezem steken. Het is de PvdA geweest, in coalities met de VVD, D66 en soms het CDA, die de marktwerking in de zorg en de volkshuisvesting hebben geïntroduceerd, de sociale zekerheid hebben verschraald en de werkgelegenheid geïndividualiseerd.
Volgens de PvdA’ers moet de extreemrechtse opmars gestopt worden door niet ‘verder naar links’ te gaan, maar door het politieke midden te versterken. Hoe kun je het eigenaarschap op ‘rode’ thema’s als wonen, zorg, bestaanszekerheid en werkgelegenheid terugkrijgen door terug te gaan naar dat verfoeide midden, dat juist op die thema’s een destructief beleid heeft gevoerd? En Wilders daarmee de kans heeft gegeven om deze thema’s met ‘massa-migratie’ te verbinden.
Dit alles neemt niet weg dat de PvdA’ers terecht pleiten voor een diepgaande evaluatie van de gevoerde campagnes ‘in termen van ideologie, sociale aspiraties en electorale strategie’. Dat zou GroenLinks ook moeten doen.
Ze ontwaren ook thema’s waarop fundamenteel andere opvattingen tussen PvdA en GroenLinks bestaan, zoals groei, arbeid, migratie, klimaat-radicalisme en Midden-Oosten. Ze hebben blijkbaar gemist dat er een gezamenlijk verkiezingsprogramma door beide congressen is aangenomen, waarin al deze thema’s aan de orde komen. Daarbij zijn natuurlijk compromissen gesloten.
Voor mij is de essentie van linkse samenwerking dat gestreefd wordt naar een zo breed mogelijke coalitie van linkse en progressieve partijen, die gezamenlijk een programma en ‘schaduwkabinet’ presenteren voor de volgende verkiezingen. Dáár zouden PvdA en GroenLinks energie in moeten steken, in plaats van verdergaande samenwerking te onderzoeken. Eén lijst of fusie is daarbij niet nodig, noch wenselijk. D66, PvdA, GroenLinks, SP, Partij van de Dieren, Volt, DENK: allemaal hebben ze hun eigen kleur en aantrekkingskracht op een divers electoraat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten