Onder de nogal zoutloze en richtingloze titel ‘Een
nieuw hoofdstuk voor Nederland’ heeft Frans Timmermans zijn visie voor een
nieuwe linkse partij op papier gezet. Het is een nogal structuurloos verhaal,
waarin programmatische notities over gewenst beleid worden afgewisseld met meer
strategische opvattingen over politieke samenwerking en comfort bieden aan de
middenklasse.
Timmermans heeft zijn best gedaan om met lenige
formuleringen groenlinkse en sociaal-democratische opvattingen aan elkaar te
breien, zonder in verkiezingsprogramma-taal te vervallen. Daarbij ligt de
nadruk zwaar op sociaal-economische en rechtstatelijke onderwerpen. Over
discriminatie en uitsluiting, de positie van vrouwen, culturele verschraling of
homofobie wordt weinig tot niets gezegd.
Boetekleed
Veelbetekenend is dat Timmermans royaal het boetekleed
aantrekt: “we zijn maatschappelijke uitdagingen gaan zien als een individuele
verantwoordelijkheid, in plaats van een gezamenlijke uitdaging”. “We zijn
collectieve voorzieningen als wonen, kinderopvang, de huisarts gaan zien als
verhandelbare beleggingsobjecten”. Hij bekritiseert hier zijn eigen PvdA die decennialang
de handlanger van de VVD is geweest met het uitverkopen van publieke taken. In
zijn visiestuk wemelt het van de, vaak halfzachte, voorstellen om een andere
richting in te slaan. Zo moet het profiteursgedrag van private equity aan
banden worden gelegd. Ik zou zeggen: verbieden is de effectieve maatregel.
Woningbouwverenigingen moeten betaalbare woningen bouwen voor de middenklasse.
Starters en mensen met een laag inkomen worden niet genoemd, terwijl voor hen
de nood het hoogst is. Timmermans noemt niet de ware oorzaak van de woningnood:
de decennialange focus op bevordering van het eigen woningbezit. En benoemt dus
niet de maatregelen die deze focus moet keren: afschaffing van de
hypotheekrenteaftrek, het wegbelasten van overwinsten bij verkoop, onteigening
bij leegstand en oneigenlijk gebruik, en een nieuwbouwprogramma van 100%
huurwoningen.
Zijn visie op de gezondheidszorg beperkt zich tot de hoogte
van de zorgpremie. Terwijl een radicale ingreep in het private
verzekeringsstelsel nodig is: nationalisatie. Dat maakt een eind aan de
geldverslindende en bureaucratische uitdijing van de met winstoogmerk
opererende ziektekostenverzekeraars.
De mythe van de middenklasse
De kern van de sociaal-economische visie van Timmermans is
dat hij een nieuwe verzorgingsstaat wil bouwen om vooral de middenklasse te
behagen. Maar ‘de middenklasse’ bestaat niet. Het is een mythe. Vandaar dat een
definitie van de middenklasse in zijn verhaal ontbreekt. Want als je analyseert
naar inkomen, opleiding, sekse, etniciteit, woonomgeving, religie en culturele
identiteit zal blijken dat ‘de middenklasse’ een uiterst gefragmenteerd gezelschap
is. Met geheel uiteenlopende, persoonlijke belangen, opvattingen en idealen. Dat
geldt overigens ook voor die groepen die zich ‘boven’ dan wel ‘onder’ de
middenklasse bevinden. En het is ergerlijk dat Timmermans met name aan de
‘onderklasse’ nauwelijks aandacht besteedt.
Een links programma zal dus nooit ‘de middenklasse’ in zijn
geheel aanspreken. Dat moet ook niet het uitgangspunt zijn. Een links programma
moest gestoeld zijn op een analyse van de ongelijke machtsverhoudingen die in
het reële leven van mensen voorkomen, op het werk, in de woonsituatie, als
zorgbehoevende.
Kapitaal en ideologie
Zo’n analyse heeft de Franse econoom Thomas Piketty (foto) gemaakt
in zijn boek ‘Kapitaal en ideologie’. Hij komt tot de conclusie dat die
ongelijke machtsverhoudingen het resultaat zijn van een politieke ideologie die
is gebaseerd op ‘het absoluut verdedigen van privébezit’. Hij pleit voor ‘een
nieuw, participerend socialisme’, ‘een nieuw egalitair perspectief op
universele gelijkheid, gebaseerd op sociaal eigendom, onderwijs en het delen
van kennis en macht.’ Hij werkt dit verder uit in concrete voorstellen, die het
kapitalisme ‘overstijgen’, zoals een machtsdeling in bedrijven tussen
arbeid en kapitaal en een progressieve erf-, inkomsten- en vermogensbelasting
van 70-90%, waardoor de cumulatie van kapitaal in handen van de rijkste
bovenlaag wordt doorbroken, afgeremd en uiteindelijk teniet wordt gedaan.
In het visiestuk van Timmermans ontbreken dergelijke systeem
doorbrekende analyses en daarmee samenhangende voorstellen.
Reactionairen en conservatieven
Terecht staat Timmermans ook uitgebreid stil bij de vele
bedreigingen van de parlementaire democratie en de rechtstaat, zoals wij die
kennen. Hij bestempelt reactionairen als ‘onze absolute tegenpolen’ die een
bedreiging vormen voor de democratische rechtstaat en onderscheidt ‘ons’
duidelijk van conservatieven die behoud van de bestaande verhoudingen
bepleiten. Hij noemt niet man en paard, maar doelt duidelijk op resp. PVV
(reactionairen) en VVD (conservatieven). Hij brengt daarmee bewust een
principieel onderscheid aan tussen beide partijen (ongetwijfeld met in het
achterhoofd een mogelijke coalitie met de VVD), dat zeer discutabel is. De VVD
heeft de weg geplaveid voor de PVV en moet daarop ook afgerekend worden. Zoals
vele voorbeelden uit de geschiedenis laten zien is er een gradueel, en geen
principieel, verschil tussen reactionairen en conservatieven.
Neoliberale EU
Op het vlak van de internationale politiek laat Timmermans
zich kennen als een rechtse sociaaldemocraat. Hij pleit voor een sterke EU,
maar laat de neoliberale koerswending die het rapport-Draghi bepleit, met alle
ruimte voor multinationals, onbesproken. Hij bepleit een uitstootvrije,
elektrische auto-industrie, maar laat de met conflict, uitbuiting en geweld
gepaard gaande roofbouw op mens en natuur in o.a. Congo onbesproken. Roofbouw
om de materialen te delven die voor de bouw van deze auto’s noodzakelijk is.
Timmermans bepleit solidariteit met Oekraïne en Gaza en
herhaalt wat Rutte zo vaak zei: de Oekraïners vechten voor onze vrijheid en
veiligheid. Hoe laf is het om Oekraïense jonge mannen en huisvaders voor ónze
vrijheid te laten vechten? Als dat écht het geval is, is de steun van het
Westen in alles fases van deze oorlog te laat en te weinig. Dan had het Westen
vanaf het begin alles moeten geven om de Russen tegen te houden, inclusief
boots on the ground, in samenhang met een diplomatiek offensief om Poetin te
dwingen zijn waanidee van een groot-Rusland in te slikken.
Dubbelhartig
Over de Palestijnse kwestie is Timmermans wat dubbelhartig.
Hij is noodgedwongen opgeschoven in zijn kritiek op Netanyahu en maakt gewag
van ‘het door mensenrechten
gesignaleerde grote risico van genocide door de regering Netanyahu’. Echter in
het rapport dat Amnesty International in 2024 uitbracht over de oorlog in Gaza,
wordt geconcludeerd dat Israël zich schuldig maakt aan genocide. Het staat
zelfs in de (sub)titel van het rapport: ‘You
Feel Like You Are Subhuman’ Israel’s Genocide Against Palestinians In Gaza.
En het Internationale Gerechtshof heeft in diverse vonnissen
Israël opgedragen alles te ondernemen ter voorkoming van daden die als genocide
kunnen worden beschouwd volgens het Genocideverdrag. Daarmee erkenden zij dat
er ten minste een redelijk vermoeden was van genocide of dreiging van genocide
en dat de genocidezaak daarom doorgang kon vinden.
Timmermans kan het ook niet opbrengen eraan te herinneren
dat Israël al 75 jaar een apartheidsbewind voert, 56 jaar lang Palestijns
gebied bezet en 16 jaar lang de Gazastrook blokkeert.
Electorale zeperd in het verschiet
Uiteraard staat Timmermans ook stil bij de nieuwe linkse
volkspartij die er moet komen. Hij heeft gelijk als hij stelt ‘hoe meer linkse
en progressieve mensen de krachten bundelen, hoe sterker we staan om de samenleving
met onze idealen vorm te geven’. Die brede beweging moet een debatpartij zijn
en geen applausmachine. De inzet is om een regering te vormen met sociale en
progressieve bondgenoten. Hij wil de hand uitsteken naar partijen ‘in het brede
midden, om zo het midden naar links te trekken’. Maar de enige partijen die hij
met name noemt zijn GroenLinks en de PvdA. Die moeten opgaan in die linkse
volkspartij.
En uitgerekend hierin zit de zwakte van zijn betoog. Een
fusie van GroenLinks en PvdA zal de rechter vleugel van de PvdA en de linker
vleugel van GroenLinks van die fusiepartij vervreemden. Er is geen enkele
strategie of poging andere linkse en progressieve partijen bij het streven naar
een krachtenbundeling te betrekken. Dat had kunnen slagen als zo’n bundeling een
open eind had gehad. De uiteindelijke vorm had dan afgehangen van de dynamiek
die tijdens de gesprekken was ontstaan: een alliantie, stembusakkoord of een gezamenlijk
program op hoofdpunten. De fusiepartij die nu dreigt te ontstaan zal er naar
mijn inschatting toe leiden dat de SP, de Partij voor de Dieren -en ook D66- zich
om electorale redenen juist zullen afzetten tegen GroenLinks-PvdA.
De linkse fusiepartij, wiens belangrijkste drijfveer is om
in de regering te komen, zal zo -door eigen toedoen- gedwongen worden om met
het ‘brede midden’ een regering te vormen. Je hoeft geen helderziende te zijn
om te voorspellen waar dat toe leidt. Een van compromissen bulkend regeerakkoord
en een stevige linkse oppositie. De volgende electorale zeperd ligt dan in het
verschiet.